De meest opvallende naam op de startlijst van het BK veldrijden in Heusden-Zolder is misschien wel die van Wietse Bosmans (33). Ooit was hij één van de grote beloftes van de cross, maar na een ‘afwijkende dopingtest’ verdween hij helemaal uit beeld. “Zo moeten stoppen is niet gemakkelijk. Mensen nemen je leven onder de loep en vellen een oordeel.”
Wietse Bosmans is nog maar net weer aan crossen, maar weet alweer wat winnen is. Afgelopen weekend won hij bij de elite 2 renners zonder contract de Fonteinen Cross in Vilvoorde. “Pas een kleine maand geleden besliste ik om opnieuw te gaan crossen”, lacht hij, “en ik kan nu alweer mijn handen in de lucht steken. Cross is natuurlijk een heel specifieke inspanning, dat verleer je niet.”
Zelf wil hij het zo niet zeggen, maar talent is bij Bosmans nooit een probleem geweest. Hij won als belofte de Wereldbeker en pakte zelfs twee keer zilver op het WK. In 2012 moest hij één seconde toegeven op Lars van der Haar. Een jaar later was Mike Teunissen de beste, maar op plaats twee was Bosmans wel acht seconden sneller dan… Wout van Aert.
Bij de profs kon Bosmans zijn reputatie van toptalent nooit helemaal waarmaken. Pech kwam in vele gedaantes: valpartijen, de ziekte van Lyme en één keer werd hij op training zowaar aangereden door een speelgoedauto.
In 2020 werd Bosmans nog Belgisch kampioen bij de elite zonder contract, om daarna compleet van de radar te verdwijnen. Zijn laatste communicatie verscheen een maand na dat BK op wat toen nog Twitter heette. Hij liet weten dat er een ‘afwijkend resultaat’ was vastgesteld, maar zei onschuldig te zijn: “Ik ben ervan overtuigd dat het een storm in een glas water is, aangezien ik niets heb misdaan.” Nadien volgde radiostilte. Telefoons en berichtjes bleven onbeantwoord.
Vijf jaar later is de realiteit dat de afwijkende test allerminst een storm in een glaswater was. Bosmans kreeg een schorsing van vier jaar. “Als je carrière op die manier stopt, is het niet makkelijk”, zo geeft hij aan. “Mensen nemen een deel van je leven onder de loep en vellen een oordeel.”
Het is moeilijk om met Bosmans over de feitelijkheden van de zaak te praten. Betrof het een ‘afwijkende waarde’ in zijn biologisch paspoort of werd er een verboden product aangetroffen? “Er was een afwijkende test, maar we hebben aangetoond dat ik op de grens zat”, zo zegt hij. “We hebben aanwijzingen gegeven (om de afwijking ter verklaren, red.), maar na anderhalf jaar hebben ze die uiteindelijk afgeketst. Ik vraag me af: als je zo zeker bent van je zaak, waarom duurt het dan zolang om tot een oordeel te komen?”
Bosmans liet zich destijds bijstaan door toxicologen Jan Tytgat en Douwe de Boer. “Als je de achtergrond wil kennen is het beter om je tot hen te wenden”, zegt hij.
Douwe de Boer heeft de “casus” Bosmans vandaag nog helder in zijn hoofd zitten: “Er is bij Wietse epo gevonden”, zo geeft hij aan. “Bij een bloed- of urinetest, dat weet ik niet meer precies. Volgens de NADO (Het Vlaamse Antidoping agentschap, red.) betrof het lichaamsvreemde epo. Wij hebben proberen aan te tonen dat het toch lichaamseigen was. Daar ben ik ook vandaag nog altijd van overtuigd.”
In hun verdediging onderzochten Tytgat en De Boer onder meer of er een verband was met de ziekte van Lyme die Bosmans eerder had. “Maar die link bleek eerder zwak”, aldus de Boer. “Uiteindelijk is onze argumentatie ook niet aanvaard. Nochtans zijn er atleten die vals positief testen op epo. In België hadden jullie ook triatleet Rutger Beke. Hij is uiteindelijk wel vrij gesproken.”